Leren zeevissen vanaf het strand

Het nederlandse strandvissen wordt steeds populairder en dat is niet zo gek! Want Nederland heeft 523 kilometer kust waarvan 353 kilometer noordzeekust waar je prachtig kunt vissen. Een heerlijke dag aan het strand even lekker uitwaaien en vol met actie. Maar dan vraag je je af wat kun je nou al zo vangen als je een dag op strand vist? Nou dat is: Tong, Bot, Wijting en spiering! Je kan de mooiste zoutwater vissen vangen vanaf het strand, maar hoe doe je dat en waar kan je vis vinden?

Wat heb je nodig voor op het strand

Voor het strandvissen heb je een strandhengel nodig met een soepele top, een molen met grote spoel en om het af te maken paternoster als onderlijn met een goed stuk lood eraan. Maar dit keer met ankers eraan om de stevige stroming van het water tegen te gaan. De ankers kunnen zich goed vast grijpen in het zand!

Wij bij raven hebben hier een mooie blog over geschreven met extra informatie: Strandvissen – hoe zorg je voor goede vangsten

Hengels

Een zware feeder hengel kan voldoen als je besluit om het bij een paar keer te laten. Wil je meerdere keren per jaar op het strand gaan vissen? Dan wordt wel een strandhengel aangeraden. Dit werpt toch een heel stuk fijner. Twijfel je bij de aanschaf van de hengel? Probeer dan eerst een strandvis set!

De Strandhengel is een lange vishengel met een lengte van 4.20m tot 5.00m. De strandhengels hebben een sterke body. Hierdoor kun je zwaarder lood, soms wel van 200 gram, over grote afstanden werpen. Om het maximale uit je hengel te halen is een combinatie met een goede big pit of surfcast molen een pre.

Tip!: De vuistregel: “Des te langer een hengel, des te verder je werpt” gaat bij strandhengels niet op. Korte mensen kunnen beter voor een kortere versie gaan. Langere mensen voor de langste versies.

Molen

Voor het strandvissen gebruik je een big pit molen of surfcasting molen. Surfcasting molens zijn speciaal ontworpen om enorme afstanden mee te werpen. Door de lage spoelrand heb je minimaal weerstand bij verre worpen. Ideaal te gebruiken bij het strandvissen.

Tip!: Spoel je molen of reel meteen na het vissen thuis af onder lauw stromend water. Dit verwijderd zand, zeewater en het belangrijkste... zout! Droog de molen goed af. Let goed op dat je geen olie of vet van de molen verwijderd, druppel in dat geval anders nog wat olie op alle bewegende delen zoals lijn roller, beugel etc.

Lijn

Het beste is om een nylon hoofdlijn te gebruiken tussen de 25/100 en 40/100. Om de klap tijdens de worp op te kunnen vangen, gebruik je een nylon voorslag van 50/100 tot 60/100.

Aas

Zeevissers gebruiken ander aas dan zoetwater vissers. Dit komt omdat bijna alle zeevissen carnivoren zijn. Dus op zee gebruiken ze geen maïs, hennep en boilies maar; zeepieren, gekweekte zagers, mesheften en Franse tappen. Doe dit aas altijd in een vochtige krant en bewaar deze op een koele plek zoals bijvoorbeeld koelbox met koelelementen. Als het aas te warm wordt en te lang blijft staan kun je het weg gooien. Dat is hartstikke zonde!

  1. Zeepieren
  2. (slik/steek) Zagers
  3. Mesheften
  4. Franse tappen; Grote broer zeepieren

Aasnaald: Om de zagers en pieren op je haak te krijgen is een aasnaald super handig. Een aasnaald heeft een scherpe punt en een holle kant. Prik de zagers op de holle kant en prik de haak in holle kant. Rijg nu de zagers van aasnaald over de haak tot ze helemaal van de naald af zijn. Het is niet erg als de zagers een beetje over onderlijn heen gaat.

Lood

Gebruik een zwaar stuk lood zodat je aas blijft liggen bij sterke stroming. Strandvissers gebruiken zwaar lood van 150 tot 225 gram. Ze willen immers toch de achter de branding komen. Er bestaan verschillende soorten lood, namelijk: ankerlood, klaplood, wartellood, plat schuiflood en wraklood.

Ankerlood

Ankerlood is even iets anders dan het lood dat gebruikt wordt bij het zoetwater vissen. Ankerlood is lood met ijzeren pinnen er omheen. Deze pinnen functioneren als ankers om het aas vast te laten liggen in het zand. Daarom de naam ankerlood. Je wilt natuurlijk niet dat je aas als een gek over de bodem heen gaat. De “ankers” aan het ankerlood zijn beter bestemd tegen beton- en basalt bodems.

Klaplood

Klaplood is bijna hetzelfde als ankerlood alleen het grote verschil zit in het dichtklappen van de ankers. Als je binnen draait klappen de “ankers” in en kun je vele malen beter binnen draaien en bij ankerlood blijven de ankers naar buiten steken. Er bestaan veel soorten klaplood. Sommige hebben kraaltjes en sommige hebben plastic. Dit is extra attractie voor de zeevissen die hier niet van af schrikken maar juist heel erg nieuwsgierig naar zijn. Voor de beton- en basalt bodem is het klaplood niet ideaal, maar juist wel voor het strandvissen. Een nadeel van klaplood is dat de klapankers vaak verbuigen of niet meer bruikbaar zijn door harde bodems.

Wraklood

Zoals de naam al zegt wordt wraklood gebruikt om het aas snel naar beneden te laten zinken bij het wrakvissen. Wraklood heeft geen ankers aan de zijkant om de kans om vast te zitten drastisch te verlagen.

Loodlifter

Een loodlifter heeft een platte vorm zodat je bij het binnen draaien van de lijn het lood sneller naar het oppervlak komt. Dit is handig wanneer je met veel obstakels in het water vist zodat je niet vast komt te zitten in het zand of andere obstakels.

Montage

De meest gebruikte onderlijn is de paternoster. Een paternoster is een onderlijn met meerdere haken eraan en onderaan bevindt zich het lood. Bij het zeevissen is het normaal dat er meerdere haken worden gebruikt in tegenstelling tot het zoetwater vissen waar maar één haak wordt gebruikt. Aan de haken wordt dan het aas gerijgt. Dus het kan soms voorkomen dat je 2 of 3 vissen in één keer binnen draait!

De zijlijnen worden vastgezet d.m.v. kralen of siliconen stuitjes. Als je zijlijn 40cm is neem dan de ruimte tussen de zijlijnen van 60cm zodat je ze niet in knoop gooit.

Driepoot

Als je van het strand gaat vissen gebruik dan een tripod als hengelsteun. De tripod houdt de hengel recht overeind zodat je de tikken op de top goed kunt zien. Op het strand kan het hard waaien en dan is de tripod alleen niet genoeg om te blijven staan. Neem een emmer mee, vul die met water en hang die aan het midden van de tripod. Dit is het contragewicht zodat de tripod mooi blijft staan en je kan je vieze handen er nog eens in wassen. Een win-win dus!

Een buis van bijvoorbeeld PVC die schuin is afgezaagd is een goede vervanger van de tripod. Steek deze wel goed het zand in, zet de hengel erin en klaar.

Zitkist

Veel zeevissers gebruiken een zitbox op het strand. Dit is ideaal om je spullen mee te nemen en heerlijk om op te zitten. Want als je een lange dag op het strand staat is een zitkist toch wel fijn om bij je te hebben. Het voordeel hiervan is dat je geen stoel extra mee het strand op te sjouwen. En je kan hierin je spullen opbergen. Van aas tot aan montage.

Waar leg je je aas neer?

Zoek voor de muien en zwinnen in het water. Dit is de grootste kans waar de vis doorheen zwemt. Hoe kun je de muien en zwinnen vinden? Dit is de plek waar geen golven ontstaan. Dat komt omdat hier de zandbank ontbreekt. De diepere delen tussen de zandbanken worden zwinnen genoemd. Wanneer het water aangespoeld is op het strand en weer terug de zee in zee instroomt tussen de zwinnen ontstaan er slijpgeulen, de zogenaamde muien. Dit zijn goede plekken om vis te vangen. Een mui is een onderbreking van de zandbank en is dieper dan de rest. Het water stroomt hier terug van het strand de zee in omdat het door een zandbank wordt geblokkeerd. Je kunt ze zien omdat er minder golven ontstaan ondanks de branding.